Ph D position
VU University, Vrije Universiteit, Amsterdam (Netherlands)
Arbeidsmarkteffecten van prijsbeleid op de weg.
Werkgevers stellen steeds hogere eisen aan werknemers. De productie van diensten en goederen wordt gecompliceerder en vereist steeds meer deskundigheid. Bovendien zijn de vereiste kennis en vaardigheden steeds meer gespecialiseerd. De productielocaties zijn meestal geconcentreerd in en rond de grote steden, terwijl een belangrijk deel van de werknemers daarbuiten woont. De beschikbaarheid van transport (wegen, openbaar vervoer) maakt het voor bedrijven mogelijk om hun werknemers in een groter gebied te zoeken, en daardoor om beter passende werknemers in te zetten. Omgekeerd kunnen werknemers in een groter gebied naar een passende baan zoeken. Dit leidt tot efficiëntieverbeteringen die bijdragen aan de groei van economie en welvaart. De afgelopen eeuwen zijn de transportmogelijkheden steeds verder verruimd. De komst van achtereenvolgens de trein, de auto en autosnelwegen heeft de gegeneraliseerde reiskosten verlaagd en de actieradius van mensen vergroot. De afgelopen decennia is het aanbod van wegen echter achtergebleven bij de vraag, waardoor de congestie toeneemt en reistijden niet meer substantieel dalen. Niettemin nemen woon-werkafstanden nog steeds toe. Prijsbeleid op de weg vormt volgens verschillende onderzoeken een belangrijk middel om de weg efficiënter te gebruiken en daardoor de totale gegeneraliseerde reiskosten te verlagen. Daarvan mag naast directe tijdwinst worden verwacht dat het de werking van de arbeidsmarkt beïnvloedt. Deze invloed verschilt naar verwachting per segment van de arbeidsmarkt. Voor laag opgeleiden, vaak met lage inkomens – en daardoor een lage Value of Time - en relatief weinig gespecialiseerde functies, weegt de tijdwinst niet op tegen de financiële kosten. Hierdoor wordt hun actieradius kleiner. Voor hoog opgeleiden daarentegen, vaak met hoge inkomens, een hoge Value of Time en zeer gespecialiseerd werk, dalen de gegeneraliseerde reiskosten en neemt de actieradius toe. De centrale vraag van dit onderzoek is hoe groot deze arbeidsmarkteffecten zijn en of zij worden beïnvloed door de vorm van prijsbeleid op de weg en door mogelijk aanvullend beleid. Concrete onderzoeksvragen zijn: - hoe groot zijn de segmenten die hogere resp. lagere gegeneraliseerde reiskosten ondervinden? - hoe sterk stijgen of dalen hun reiskosten? - Welke invloed heeft dit op hun woon-werkafstanden? - Welke invloed heeft dit op de werking van de arbeidsmarkt (bijv. de mate waarin werknemers passende functies vervullen, lonen en werkloosheidsduren) - Treden door de arbeidsmarkteffecten additionele welvaartseffecten op, bovenop de tijdwinst? Hoe groot zijn deze additionele voordelen in verhouding tot de waarde van de tijdwinst?
De methoden: - Literatuuronderzoek (internationaal) - Analyse van het Mobiliteitsonderzoek Nederland, de Enquête Beroepsbevolking, tijdreeksen en andere gegevens - Mogelijk aanvullende enquêtes - Modellering
Begeleiding: Carl Koopmans (KiM) en Jan Rouwendal (VU)
De promovendus zal de helft van zijn tijd werken aan de Vrije Universiteit, en de andere helft aan het Kennisinstituut Mobiliteitsbeleid.
Informatie: Piet Rietveld (31-205986090) prietveld @ feweb.vu.nl
VU University, Vrije Universiteit, Amsterdam (Netherlands)
Arbeidsmarkteffecten van prijsbeleid op de weg.
Werkgevers stellen steeds hogere eisen aan werknemers. De productie van diensten en goederen wordt gecompliceerder en vereist steeds meer deskundigheid. Bovendien zijn de vereiste kennis en vaardigheden steeds meer gespecialiseerd. De productielocaties zijn meestal geconcentreerd in en rond de grote steden, terwijl een belangrijk deel van de werknemers daarbuiten woont. De beschikbaarheid van transport (wegen, openbaar vervoer) maakt het voor bedrijven mogelijk om hun werknemers in een groter gebied te zoeken, en daardoor om beter passende werknemers in te zetten. Omgekeerd kunnen werknemers in een groter gebied naar een passende baan zoeken. Dit leidt tot efficiëntieverbeteringen die bijdragen aan de groei van economie en welvaart. De afgelopen eeuwen zijn de transportmogelijkheden steeds verder verruimd. De komst van achtereenvolgens de trein, de auto en autosnelwegen heeft de gegeneraliseerde reiskosten verlaagd en de actieradius van mensen vergroot. De afgelopen decennia is het aanbod van wegen echter achtergebleven bij de vraag, waardoor de congestie toeneemt en reistijden niet meer substantieel dalen. Niettemin nemen woon-werkafstanden nog steeds toe. Prijsbeleid op de weg vormt volgens verschillende onderzoeken een belangrijk middel om de weg efficiënter te gebruiken en daardoor de totale gegeneraliseerde reiskosten te verlagen. Daarvan mag naast directe tijdwinst worden verwacht dat het de werking van de arbeidsmarkt beïnvloedt. Deze invloed verschilt naar verwachting per segment van de arbeidsmarkt. Voor laag opgeleiden, vaak met lage inkomens – en daardoor een lage Value of Time - en relatief weinig gespecialiseerde functies, weegt de tijdwinst niet op tegen de financiële kosten. Hierdoor wordt hun actieradius kleiner. Voor hoog opgeleiden daarentegen, vaak met hoge inkomens, een hoge Value of Time en zeer gespecialiseerd werk, dalen de gegeneraliseerde reiskosten en neemt de actieradius toe. De centrale vraag van dit onderzoek is hoe groot deze arbeidsmarkteffecten zijn en of zij worden beïnvloed door de vorm van prijsbeleid op de weg en door mogelijk aanvullend beleid. Concrete onderzoeksvragen zijn: - hoe groot zijn de segmenten die hogere resp. lagere gegeneraliseerde reiskosten ondervinden? - hoe sterk stijgen of dalen hun reiskosten? - Welke invloed heeft dit op hun woon-werkafstanden? - Welke invloed heeft dit op de werking van de arbeidsmarkt (bijv. de mate waarin werknemers passende functies vervullen, lonen en werkloosheidsduren) - Treden door de arbeidsmarkteffecten additionele welvaartseffecten op, bovenop de tijdwinst? Hoe groot zijn deze additionele voordelen in verhouding tot de waarde van de tijdwinst?
De methoden: - Literatuuronderzoek (internationaal) - Analyse van het Mobiliteitsonderzoek Nederland, de Enquête Beroepsbevolking, tijdreeksen en andere gegevens - Mogelijk aanvullende enquêtes - Modellering
Begeleiding: Carl Koopmans (KiM) en Jan Rouwendal (VU)
De promovendus zal de helft van zijn tijd werken aan de Vrije Universiteit, en de andere helft aan het Kennisinstituut Mobiliteitsbeleid.
Informatie: Piet Rietveld (31-205986090) prietveld @ feweb.vu.nl